Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die een kuil [53]graaft, zal er in vallen, en die een steen wentelt, op [54]hem zal hij wederkeren. 53. Te weten om een ander daarin te doen vallen. 54. Te weten op hem, die den steen opwaarts tegen ene hoogte gewenteld heeft, om op iemand te doen vallen.